Op woensdag 4 juni 2025 kwamen zo’n 250 commissarissen, toezichthouders en bestuurders samen in het H’ART Museum in Amsterdam voor het Annual Forum van Hemingway Professional Governance. Het thema dit jaar: ‘Rust in tijden van geopolitieke chaos — kansen en grip krijgen met Artificial Intelligence’. In een wereld die steeds sneller verandert, met geopolitieke spanningen en technologische disruptie, stond het forum in het teken van leiderschap, wendbaarheid en het vermogen om rust te bewaren.
Het thema van dit jaar sluit aan bij de veranderende wereld waarin we leven. Geopolitieke spanningen, technologische versnelling en economische onzekerheid maken de toekomst moeilijk voorspelbaar. Voor bestuurders en commissarissen vraagt dat om meer dan alleen ervaring: het vraagt om visie, wendbaarheid én het vermogen om rust te bewaren wanneer de complexiteit toeneemt. AI is een strategisch instrument om grip te houden, scenario’s te doorrekenen en besluitvorming te versterken, juist in tijden van onzekerheid.
De dag begon dit jaar met de private viewing. Onder leiding van kundige H’ART gidsen kon iedereen naar de tentoonstelling ‘Van Rembrandt tot Vermeer, meesterwerken van The Leiden Collection’. Een tentoonstelling die speciaal is samengesteld voor de 750e verjaardag van de stad Amsterdam.
Na de private viewing werd het plenaire deel geopend door René Geskes, Margriet van der Linden, dagvoorzitter, en Annabelle Birnie, directeur van het H’ART Museum. Annabelle reflecteerde op het thema vanuit haar eigen praktijk. De geopolitieke chaos is geen abstractie voor het museum, maar dagelijkse realiteit. Na het verbreken van de banden met de Hermitage in Sint-Petersburg, moest het museum op zoek naar nieuwe partners. Die werden gevonden in het British Museum, Centre Pompidou en het Smithsonian American Art Museum — maar ook daar doemen nieuwe spanningen op. Annabelle sprak openhartig over haar zorgen: exportvergunningen, sponsorwerving en het risico dat kunstwerken de grens niet overkomen. Gelukkig kon het museum rekenen op steun van de Amerikaanse ambassade en musea, én op een bijzondere geste van Thomas Kaplan, eigenaar van The Leiden Collection, die zijn 18 Rembrandts en enige particuliere Vermeer uitleende. “We staan er florissant voor,” aldus Annabelle, “maar de storm is nog niet gaan liggen.”
Na deze introducties gaf Rob de Wijk een heldere uiteenzetting van de geopolitieke realiteit waarin landen én organisaties vandaag opereren. Aan de hand van mondiale trends zoals de opkomst van China, de vierde industriële revolutie en de geopolitieke weaponisering van grondstoffen en datastromen, schetste hij een wereldorde in transitie.
Rob benadrukte dat geopolitiek geen abstractie is, maar directe impact heeft op investeringsbeslissingen, bevoorradingsketens en technologische ontwikkeling. Daarbij beschreef hij dat de VS en China min of meer gelijk staan als het om AI gaat maar dat China dominant is geworden in zeldzame aardmetalen en kritische technologiën. China had de wedstrijd eigenlijk al hebben moeten winnen maar hun polutieke systeem en demografie zit hen in de weg. Indien Europa de juiste keuzes maakt zit er ruimte om sterker uit deze situatie te komen. Rob is enigszins optimistisch: “Trump heeft iets voor elkaar gekregen wat Poetin nooit is gelukt: meer Europese samenwerking,” stelde hij scherp. Maar hij benadrukte ook dat Europa dan stappen moet durven zetten zoals gezamenlijk lenen en werken aan een meer gestandaardiseerde en geïntegreerde defensie-industrie.
Rob riep op tot geopolitieke due diligence in de bestuurskamer: het systematisch in kaart brengen van afhankelijkheden, risico’s en kansen. “Je hoeft geen stuk land te bezetten om een land het leven zuur te maken — je kunt ook de stromen van geld, kennis en grondstoffen onderbreken.” Zijn boodschap aan bestuurders was helder: geopolitieke alertheid en flexibiliteit zijn geen luxe, maar een vereiste voor toekomstbestendig beleid. Denk aan Darwin en zijn “survival of the fittest’. Dat gaat echt niet alleen over de sterkste zijn maar over het vermogen tot aanpassing. Dat geldt voor landen, maar ook voor organisaties.”
Om het verhaal van Jelle de Jong en Coen de Vuijst over de strategische mogelijkheden van AI in te leiden, haalde Dénelise L’Ecluse met ons een vakantieherinnering op: haar bezoek aan de Taj Mahal, die na een lange reis in mist gehuld bleek te zijn. Net als toen, bevinden we ons nu in een tijd waarin de contouren van de toekomst nog vaag zijn. Toch moeten we het pad op, ook als we het eindpunt nog niet scherp zien. Ze onderscheidde drie fasen van innovatie: ‘ik weet het’, ‘ik weet wat ik niet weet’, en ‘ik weet niet wat ik niet weet’. Juist die laatste fase is waar echte innovatie ontstaat. Maar het is ook het domein waar toezichthouders zich vaak ongemakkelijk bij voelen. Dénelise riep op tot meer visionair denken in de boardroom: niet alleen om risico’s te beheersen, maar om richting te geven in een wereld die steeds sneller verandert.
Vervolgens namen Jelle en Coen het publiek mee in de huidige fase van AI en de strategische mogelijkheden die AI nu al biedt voor toezichthouders en bestuurders. Zij spraken over het belang van datagedreven besluitvorming, ethiek in technologie en de noodzaak om AI niet alleen te begrijpen, maar ook te omarmen als hulpmiddel voor governance. Jelle bracht een levendige en diepgaande bijdrage over de evolutie en impact van AI: AI is geen magie, maar een spectrum — van geavanceerde statistiek tot zelflerende systemen. Daarbij benadrukte hij het “95%-probleem”: AI is vaak indrukwekkend accuraat, maar die laatste 5% kan cruciaal zijn
Vervolgens nam Jelle het publiek mee in de geschiedenis van AI, van de doorbraak van AlexNet in 2012 tot de huidige wapenwedloop tussen techgiganten. Het is niet zo dat de slimste modellen winnen, maar degene met de meeste rekenkracht en data. Hij liet zien hoe schaalbaarheid en open source de nieuwe norm zijn geworden, en hoe de snelheid van ontwikkeling ons dwingt tot continue bijscholing en scenario-denken. Een belangrijk inzicht was zijn waarschuwing tegen lineair denken. Net als bij eerdere technologieën — zoals elektriciteit — duurt het even voordat AI echt impact heeft op bedrijfsvoering. Maar zodra bestaande processen opnieuw worden ontworpen rond de nieuwe mogelijkheden, volgt een versnelling. AI is geen plug-in, maar een fundamentele transformatie die vraagt om herontwerp, visie en leiderschap.
Tot slot gaf Jelle een inkijkje in de praktische toepassingen van AI: van tools als Suno en Gemini tot agentic AI en deep research. Hij liet zien dat AI niet alleen een speeltuin is voor hobbyisten, maar een serieuze disruptor voor sectoren als marketing, consultancy en gezondheidszorg. Zijn boodschap was helder: AI is geen hype, maar een structurele verschuiving — en toezichthouders moeten nú in beweging komen. Hierna gaf hij het stokje door aan Coen.
Coen vervolgde de sessie met een scherpe analyse van de concrete impact van AI op het niveau van bedrijven en organisaties en de rol van toezichthouders. Hij begon met een treffende observatie: “Iedere functie die je grotendeels zittend aan Zoom of Teams kunt uitvoeren, zal snel geraakt worden door AI.” Daarmee zette hij de toon voor een realistische en urgente verkenning van de veranderingen die op ons afkomen. Vanuit zijn ervaring bij Oliver Wyman liet hij zien hoe AI niet alleen het aantal medewerkers beïnvloedt, maar ook de aard van het werk zelf. Data verzamelen, analyseren en modelleren — taken die traditioneel veel tijd en expertise vergden — worden steeds meer geautomatiseerd. Dat vraagt om een herijking van competenties, opleidingsmodellen en leiderschapsprofielen.
Coen gaf twee sectoren als voorbeeld waar de AI-transformatie al voelbaar is: marketing en gezondheidszorg. In marketing verdwijnen hele ketens van productie — van casting tot fotografie — door de opkomst van digitale tweelingen en AI-gegenereerde visuals. In de zorg wordt de administratieve last verlicht door AI die patiëntgesprekken automatisch omzet in dossiernotities, wat leidt tot meer tijd en aandacht voor de patiënt. In beide gevallen is de winst niet alleen efficiëntie, maar ook effectiviteit: betere resultaten, sneller geleverd, tegen lagere kosten. Wat deze voorbeelden onderstrepen, is dat AI niet alleen processen optimaliseert, maar ook fundamentele vragen oproept over inrichting, governance en ethiek. Coen riep commissarissen op om deze vragen actief te stellen en scenario’s te ontwikkelen. Niet alles is voorspelbaar, maar niets doen is geen optie. Zijn boodschap was helder: AI is geen toekomstmuziek, maar een realiteit die vraagt om leiderschap, nieuwsgierigheid en het vermogen om te herontwerpen — zowel in de boardroom als daarbuiten.
Als afsluiter van het Forum traden Vera Marijt en Lucretia van der Vloot op. Zij brachten met hun aanstekelijke liedjes de zaal letterlijk en figuurlijk in beweging. Na hun muzikale vuurwerk gingen de deelnemers in verschillende groepen aan de slag met het thema AI. Onder leiding van Denelise werd er verder gesproken over het noodzakelijke visionaire leiderschap dat AI vergt en onder de hoede van Coen en Jelle gingen de deelnemers dieper in op de operationele en organisatorische implicaties van AI. Lewis Jansen, namens onze hoofdsponsor GAIDE, belichtte in zijn workshop de praktische en toegepaste kant van AI. Hoe kun je hier als commissaris of bestuurder nu zelf al mee aan de slag? Daarbij introduceerde hij AI-agents als digitale medewerkers die zelfstandig taken uitvoeren en daarmee de organisatiestructuur fundamenteel veranderen. Zijn boodschap is duidelijk: wie nu begint, bouwt aan een organisatie die klaar is voor morgen.
De workshops werden opgevolgd door het traditionele netwerkdiner waar de deelnemers elkaar konden ontmoeten en waar nog lang is nagepraat over ‘de toestand in de wereld’ en AI.